Twee broers deden alles samen, zelfs sterven

Twee broers deden alles samen, zelfs sterven

Twee broers, met nog vijf andere broers vormen ze een warm en hecht gezin.

Beide broers zijn uit hetzelfde hout gesneden. Ze zijn erg handig; wat hun ogen zien, maken hun handen. Samen bouwen ze talrijke huizen, ze weten van aanpakken en doorzetten. Overdag op de bouw en ’s avonds nog een paar uur ‘karweien’.

Ze zien elkaar niet alleen als broers, maar ook als goede vrienden. Ze hebben bijna dagelijks contact en aan een half woord genoeg om elkaar te begrijpen.

Twee broers, ze trouwen en krijgen kinderen, hun gezinnen hebben heel goed contact en veel steun aan elkaar. En dat is erg fijn, want er zijn momenten in het leven van beide broers dat er sprake is van een intens verdriet. Het verdriet is er dagelijks, het verdwijnt nooit. Maar ze vangen elkaar op en gaan verder, elke dag een stapje verder.

Twee broers, ze zijn beresterk en nooit ziek. Geheel onverwachts verandert hun gezondheidssituatie en gaan ze snel achteruit. Genezing blijkt niet meer mogelijk.

Drie weken voor hun sterfdatum zien ze elkaar voor het laatst. Niemand verwacht dat dit hun laatste ontmoeting zal zijn. Ineens is hun leven samen voor altijd voorbij.

“Ik denk dat ze samen nog een klusje hebben te doen daarboven”, zegt een van de dochters.

Ze worden begraven op hetzelfde kerkhof. Daar liggen de broers gebroederlijk bij elkaar.

Natuurlijk. Twee broers, ze deden alles samen, zelfs sterven.